Uitgangspunten westerse astrologie

Net als in alle wetenschappen gaat men in de astrologie uit
van een serie stellingen. Net als alle wetenschappen heeft
de astrologie vaste uitgangspunten die dienen om de
werkelijkheid in een bepaald verband te zien. Die vaste
uitgangspunten vormen samen een sluitend geheel. Dit geheel
geeft een mens de mogelijkheid om waarnemingen en ervaringen
in een zinvol verband met elkaar te brengen. De menselijke
geest vraagt om een dergelijke manier van doen.
Iedere echte wetenschap gaat uit van een serie vooronderstellingen
die op zich niet te bewijzen zijn. Zo gaat de taalkunde er
bijvoorbeeld van uit dat er zinnen bestaan in taal, zonder
dat het mogelijk is het bestaan van zinnen ook werkelijk te
bewijzen. De medische wetenschap gaat uit van de 'wet van
oorzaak en gevolg'. Dat wil zeggen dat men ervan uitgaat dat
bepaalde handelingen en omstandigheden heel bepaalde
gevolgen hebben. Door dit uitgangspunt vast te houden heeft
men in de loop der jaren bijvoorbeeld ontdekt dat het in het
algemeen niet bevorderlijk is voor een goede gezondheid om
veel te roken of veel vet te eten. Zo werkt de menselijke
geest: eerst moet er een idee zijn hoe het zit, hoe je er
tegen aan moet kijken. Is dat idee eenmaal gevonden dan is
het mogelijk allerlei ervaringen in een geordend verband te
brengen. Uit dat geordend verband kan een mens dan weer
lering trekken, ervaring opdoen. Dikwijls veroorzaakt die
lering dat de oorspronkelijke ideeën wat worden
bijgeschaafd, waardoor ingewikkelder verbanden kunnen worden
gelegd. Dan begint opnieuw de fase van controleren,
waarnemen, enzovoort. Zo groeit de wetenschap en daarmee
het weten van de mens.
Alles staat met elkaar in verband
Als belangrijkste uitgangspunt van de astrologie zou men de
stelling kunnen noemen dat niets verloren loopt in de kosmos
en dat er een verband bestaat tussen al het zijnde.
Er zijn mensen die zich kunnen vinden in een dergelijk
uitgangspunt en er zijn mensen die er zich niet in kunnen
vinden. Zo zijn er wiskundigen en taalkundigen,
natuurkundigen en psychiaters. De beoefenaars van deze en
alle andere takken van wetenschap voelen zich wel bij de
uitgangspunten van hun wetenschap, ze vinden nieuwe
uitgangspunten of bevestigen door nauwgezet onderzoek en
serieuze waarnemingen de zin van de oude uitgangspunten.
Zo ook zijn er astrologen. Het enige verschil met de andere
wetenschappen is dat er altijd astrologen geweest zijn
zolang men van geordend menselijk denken kan spreken. Men
vindt astrologische onderzoekingen vanaf zes duizend jaar
voor Christus tot op de dag van vandaag.
Astrologie berust op waarneming
Naast het algemene uitgangspunt, het niet bewijsbare, het
intuïtieve deel van de astrologie, staat een tweede:
astrologie berust op waarneming De zogenoemde astrologische
wetten worden gecontroleerd, de veronderstelde werking wordt
vastgesteld. Is het niet mogelijk door waarneming vast te
stellen wat wordt beweerd, dan wordt die stelling verworpen.
Let op: alleen wie astrologie als wetenschap beoefent doet dit zo.
Er is ook een niet wetenschappelijke omgang met astrologie in zwang. Die berust niet op waarneming maar
op fantasie en egomanie.
Astrologie is geen geloof
Astrologie op de juiste wijze beoefend is dus geen geloof. De vraag 'Geloof je in
astrologie?' is een onnodige vraag. Men kan de juistheid van
de stellingen onderzoeken, de astroloog dient ze zelfs te
onderzoeken. De lange geschiedenis van de astrologie is
daardoor zeer in het voordeel van de mens die zich bij het
uitgangspunt van deze wetenschap thuis voelt. In de loop van
die lange geschiedenis is veel uitgevonden over hoe het zit
met het verband van de dingen in de kosmos. Tot op de dag
van vandaag zijn het bovendien de meest beroemde
wetenschapsmensen geweest, die een belangrijk deel van hun
leven en werk aan het onderzoek van astrologische stellingen
hebben gewijd. Men kan de namen noemen van Plato, Johannes
de Evangelist, Leonardo da Vinci, Albertus Magnus, Johannes
Keppler, Goethe, Niels Bohr. Maar ook 'gewone', strenge
psychologen als Eysenck, om er maar een te noemen, die
netjes volgens de meest strenge en beperkte
wetenschapsopvattingen van vandaag werken, kunnen zich niet
aan de juistheid van de zogenoemde astrologische wetten
onttrekken. Ook zij betrekken de astrologie in hun
psychologisch onderzoek.